Ons aanbod
Wij vinden dat onze leerlingen recht hebben op een volwaardige plek in de samenleving. Met ons onderwijs helpen we hen verder in die richting.
Via onderwijs spelen we zo goed mogelijk in op de individuele behoefte van elke leerling. Verschillende factoren spelen daarin een rol.
Pedagogisch klimaat
Een veilig pedagogisch klimaat is belangrijk voor onze leerlingen. Ze hebben behoefte aan een duidelijke structuur, duidelijke ordening van activiteiten in de tijd en van de voorwerpen in de ruimte. Wij benaderen de leerlingen op een positieve manier, accepteren hun ‘anders-zijn’ en stimuleren hun ontwikkeling. Daarbij zoeken wij altijd naar een juiste balans tussen het bieden van veiligheid en een goede voorbereiding op integratie en participatie in de samenleving. Binnen het so bieden we de leerlingen een veilig, warm en kindgericht klimaat. Dit hebben de leerlingen nodig om goed te kunnen leren en zich te ontwikkelen.
Opbrengstgericht werken
De Korte Vlietschool vindt het belangrijk om opbrengstgericht te werken. Daarom moeten we de opbrengsten kunnen meten. Binnen het landelijk doelgroepenmodel is bepaald welk niveau een leerling binnen een route moet kunnen behalen. Dit noemen wij de einddoelen. Deze einddoelen staan in ons leerlingvolgsysteem ParnasSys waarmee wij de ontwikkeling van een leerling in de gaten kunnen houden en zo nodig kunnen bijsturen. Naast resultaten op leerlingniveau levert ParnasSys ook groeps- en schooloverzichten.
Leerlijnen
Op de Korte Vlietschool werken wij met leerlijnen. Een leerlijn geeft voor een specifiek leergebied aan hoe leerlingen van een bepaald beginniveau tot een einddoel komen. Een leerlijn is opgebouwd uit tussendoelen. Aan de hand van deze leerlijnen en de tussendoelen kunnen leerkrachten de ontwikkeling van hun leerlingen volgen en hebben zij een leidraad om de einddoelen te kunnen behalen. De leerlijnen zijn gekoppeld aan ons leerlingvolgsysteem ParnasSys. Daardoor zijn per leerling de vorderingen binnen de verschillende leerlijnen inzichtelijk.
Leerroutes
De Korte Vlietschool heeft drie leerroutes vastgesteld: 2, 3 en 4 (doelgroepenmodel Sectorraad GO).
Een leerroute zegt iets over de didactische en cognitieve mogelijkheden van een leerling, over de sociale vaardigheid en de zelfredzaamheid. Binnen de leerroutes zien we bij leerlingen ook veel individuele verschillen waar we op inspelen. Aan de leerroute kun je zien op welk niveau een leerling uitstroomt.
Leerroute 2
Deze leerlingen hebben over het algemeen een IQ tussen 20-34 en/of een intensieve ondersteuningsbehoefte. De ontwikkeling van deze leerlingen komt overeen met midden groep 3 van het regulier onderwijs. De uitstroombestemming voor deze leerlingen zal zijn: vso dagbesteding taakgericht/activerend.
Leerroute 3
Deze leerlingen hebben over het algemeen een IQ tussen 35-49 en/of een voortdurende ondersteuningsbehoefte. Van deze leerlingen is de verwachting dat zij het niveau van eind groep 3 van het regulier onderwijs bereiken. De uitstroombestemming voor deze leerlingen zal zijn: vso dagbesteding taakgericht/activerend of beschut werk.
Leerroute 4
Deze leerlingen hebben over het algemeen een IQ tussen 50-69 en/of een regelmatige ondersteuningsbehoefte. Deze leerlingen komen uit op een ontwikkelingsniveau eind groep 3 – midden groep 5. De uitstroombestemming
voor deze leerlingen zal zijn: vso (beschutte) arbeid of praktijkonderwijs.
Altijd in dezelfde leerroute?
Bij de Korte Vlietschool delen we een leerling in, in de bij hem passende leerroute. Elk jaar beoordelen we of de leerling nog op zijn plaats is binnen die route. Indien nodig kunnen we een leerling naar een andere leerroute overplaatsen. Aan het einde van het zesde leerjaar wordt de definitieve leerroute vastgesteld. Leerlingen die vóór 1 september 12 jaar worden, gaan naar het vso of praktijkonderwijs. Bij overgang naar het vso stelt het
vervolgonderwijs opnieuw de beginsituatie, de te verwachten uitstroombestemming en de hierbij behorende leerroute vast.
Onderwijsaanbod binnen leerroutes
Het onderwijsaanbod verschilt per leerroute, doordat de einddoelen (standaarden) per leerroute anders zijn. Een leerling in leerroute 2 heeft veel meer tijd nodig om een volgend tussendoel te bereiken dan de leerling in leerroute 4. Ook is de tijd die we besteden aan de verschillende leergebieden niet gelijk.